Boterbabbelaar
De Zeeuwse roomboterbabbelaar werd vroeger aangeboden na het tweede kopje koffie. Doordat men lang over het snoepje deed bleef men langer met elkaar praten, zo is de naam babbelaar ontstaan voor dit snoepje. Men denkt dat het snoepje rond 1850 voor het eerst is gemaakt. Rond deze tijd deed de suikerbiet zijn intrede in Zeeland. Het snoepje.Doordat er zolang gepraat werd schijnt het woord ontstaan te zijn.
Het woordenboek der Zeeuwse dialecten spreekt van balletje, blokje, brokken, kok kiene, kussentje, spekje of suikerspek.
De letterlijke vertaling betekent stroopballetje. De Zeeuwse babbelaar wordt gemaakt van suiker, roomboter, water en azijn.
Het recept van de babbelaar ging over van moeder op dochter en door toevoeging van cacao, kaneel of stukjes pinda maakten de vrouwen er heerlijk snoepgoed van. Doordat het een tijdrovende bezigheid is, worden er in deze drukke tijd nog maar zelden de babbelaars thuis gebakken.
Ingrediënten:
suiker,glucosestroop,boterconcentraat,zout,melasse,aroma,natuurkijke vanille extract.